maandag 6 februari 2012

Actrice Marie Vinck in een openhartig interview


Actrice Marie Vinck in een openhartig interview

Op negenjarige leeftijd huppelde Marie Vinck voor het eerst over het kleine scherm, in de dramaserie Moeder, Waarom Leven Wij?, waarin haar moeder Hilde Van Mieghem een hoofdrol speelde. In 2004 regisseerde Van Mieghem dochterlief in De Kus, een rol waarvoor ze unaniem superlatieven sorteerde. Na gesmaakte passages in Loft, De Smaak Van De Keyser en De SM-Rechter is de ster van Marie Vinck (26) meer dan ooit rijzende, haar wortels blijven echter stevig verankerd in Antwerpse bodem.
Marie Vinck: Sterker nog, vanaf mijn geboorte tot enkele jaren geleden woonde ik in hetzelfde huis, vlak in het centrum. Ik heb nooit iets anders gekend dan Antwerpen en ben erg honkvast. Avonturieren en de wereld rond trekken is voorlopig niet aan mij besteed.

Als we je zien in de bioscoop of op tv valt het nauwelijks op dat je een rasechte Antwerpse bent. Ben je het sinjorendialect machtig?
Marie Vinck: Helemaal niet. Papa en mama spraken thuis altijd heel mooi algemeen beschaafd Nederlands, daar werd veel belang aan gehecht. Ik ken intussen wel enkele typische Antwerpse uitdrukkingen maar die zijn helaas niet voor publicatie vatbaar (lacht).

In het cultuurprogramma LUX op Eén werd je geïntroduceerd middels een filmpje in het Centraal Station. Een speciale plek voor jou?
Marie Vinck: Het Centraal Station is natuurlijk een prachtig bouwwerk maar met de plek zelf heb ik geen bijzondere band. Ik zit wel erg graag op de trein, absoluut dé leukste manier om te reizen. Behalve je laten hypnotiseren door het voorbijgaande landschap en nadenken valt er niks te beleven, ideaal om je hoofd leeg te maken. Op de trein krijg ik mijn meest vruchtbare ideeën of inzichten, ik vind het altijd jammer als de rit alweer ten einde is.

Na het succes van Loft en De Smaak Van De Keyser ben je officieel een Bekend Gezicht. Wordt je vaak aangesproken op straat?
Marie Vinck: Ik denk dat er in Antwerpen een soort onuitgesproken afspraak bestaat die zegt dat BV’s met rust worden gelaten (lacht). Je ziet hier natuurlijk veel bekende koppen over straat lopen, het nieuwe is er snel af. Al speelt de typische ieder-voor-zich-mentaliteit van een grootstad ook mee, natuurlijk.

Ontvlucht je het grootstedelijk tumult soms?
Marie Vinck: Voor mij staat of valt Antwerpen met de Schelde. Een heel belangrijk rustpunt in de stad waar ik regelmatig ga uitwaaien. Ik ben zo mijn heimelijke plekjes langs de oever en neen, die ga ik hier niet verklappen.

Bij een vedettestatus horen ook allerhande eretitels en prijzen. Zo werd je door het maandblad Elle gelauwerd met de Elle Style Award voor beste Belgische artiest.
Marie Vinck: Eén van de prettige bijverschijnselen van mijn beroep. Ik vond het erg flatterend om zo in de bloemetjes gezet te worden. Met een heuse ‘award’ nog wel!

Ligt er thuis steevast een stapel modeblaadjes binnen handbereik?
Marie Vinck: Als ik al eens door zo een magazine blader kijk ik vooral naar de mooie meisjes die erin staan. Ik vind de gezichten vaak interessanter dan de kleren eronder (lacht). Ik ben absoluut geen fashionista.

Je hebt nochtans alle grote Belgische modeontwerpers binnen handbereik.
Marie Vinck: Ja, maar die wegen te zwaar op mijn budget. Op de jaarlijkse stockverkopen van AF Vandevorst of Dries Van Noten ga ik wél eens piepen. Met een beetje geluk vindt je daar een mooi stuk voor een zacht prijsje. De enige modegril die ik mezelf permitteer zijn schoenen, het is een echte verslaving! Mijn favoriet winkeltje is op de Vrijdagmarkt, My Ohm. Daar kom ik zelden buiten zonder een vers paar tweedehands botten. (schrikt) Pas op! Sorry, mijn poes liep hier bijna een vaas omver.

Een poes in het centrum van de stad? Niet bang dat het beestje onder een voorbijrazende bus zal belanden?
Marie Vinck: Langs de achterkant van mijn huis loopt strekt zich een rij buitenterrassen en daktuinen uit die ze in alle veiligheid en vrijheid kan verkennen. Een hond in de stad zou ik niet zien zitten – tenzij je tijd zat hebt voor lange wandelingen op Linkeroever.

Duik je wel eens het nachtleven in?
Marie Vinck: Ik kom soms in Café Capital, maar meestal laat de clubs links liggen en drijf ik mee op het moment. Zo hou ik ervan om een parcours van nachtelijke terrasjes af te leggen, van het Zuid tot de Zurenborgwijk. Ik beland ook vaak in de Pallieter op het Mechelseplein.

Het traditionele stamcafé van de Studio Herman Teirlinck-studenten!
Marie Vinck: Tja, de Studio is vlakbij gelegen dus hangen er nogal wat acteurs in spe aan de toog. We krijgen er zeker geen korting of zo.

Jij hebt eerst Germaanse Talen gestudeerd en dan pas ben je een acteursopleiding gaan volgen. Waarom?
Marie Vinck: Ik heb het acteurschap zowat met de paplepel binnen gekregen maar ik wilde persé bewijzen dat ik zelf wat in mijn mars had, mijn pad kon bepalen. Vandaar dus die studies Germaanse, met het oog op ‘iets’ in de journalistiek, hoewel dat nu ook geen grote passie was. Op de koop toe werd ik verschrikkelijk jaloers op de acteurs die ik aan het werk zag in het theater – ík wou daar staan! (lacht). Uiteindelijk heb ik drie jaar acteursopleiding gevolgd, tot ik gevraagd werd voor Loft.

Er bestaan heel wat vooroordelen over Studio Herman Teirlinck. Sommige speelopdrachten zouden grenzen aan het onzinnige. Een verliefde kamerplant met griep uitbeelden, ik zeg maar wat.
Marie Vinck: Je moet bereidt zijn om, euh, rare dingen te doen, ja (lacht). Via die soms absurde opdrachten kom je net los van bepaalde remmingen, de bedoeling is om complete vrijheid te vinden in je spel. Het is soms frustrerend dat je hard en subjectief beoordeelt wordt maar dat is in elke soort kunstopleiding zo.

Als één van de coming ladies van de Vlaamse film naar een portie cinema snakt, kiest ze dan voor grote kolos Kinepolis of de kleine indies zoals Cartoons?
Marie Vinck: Ik moet opbiechten dat ik wel hou van een dosis popcorncinema op zijn tijd. Het varieert, soms heb ik meer zin in de gezellig-onder-elkaar-sfeer van de kleinere zaaltjes. De laatste film die ik écht goed vond was Revolutionary Road, met Leonardo Di Caprio en Kate Winslet. Zeer intense film. Je zal me sowieso meer aantreffen in het theater. Niks zo spannend als een verhaal vlak voor je neus tot leven zien komen! Ik ga regelmatig voorstellingen bekijken in de Monty, en ook bij het Toneelhuis en Zuidpool ben ik vaste klant.

Wat staat er voor jou persoonlijk nog op stapel?
Marie Vinck: Twee televisieseries: Wolven, voor de VRT, waarin ik een soort huurmoordenares speel, en voor VTM de nieuwe serie De Rodenburgs. Daarnaast timmer ik in de Monty aan een nieuwe theatervoorstelling met FC Bergman, een gezelschap dat ik samen enkele ex-klasgenoten van Studio Herman Teirlinck heb opgericht. En in de herfst regisseert mijn mama een nieuwe film, waarin ik een rolletje mag spelen.

Veel tijd voor nachtelijke terrasparcours zit er niet in.
Marie Vinck: Die terrasjes lopen niet weg – en ik voorlopig ook niet!